Utrecht,
23
augustus
2022
|
15:31
Europe/Brussels

Halfjaarcijfers NS: Matig herstel in eerste helft 2022

Samenvatting

•   Weer meer reizigers in trein, maar groei vlakt af 
•   Treindienst zonder overheidssteun nog steeds verlieslatend 
•   Dienstregeling 2023 aangepast vanwege tekort aan collega’s, rekening houdend met lager aantal reizigers.

NS had een matig herstel in het eerste halfjaar van 2022. Na het intrekken van de coronamaatregelen aan het einde van het eerste kwartaal, gingen steeds meer reizigers met de trein op pad. Sinds juni zien we de groei van het aantal reizigers echter afvlakken, waarmee we de eerste contouren van een nieuw reispatroon zien ontstaan. Het percentage reizigers ten opzichte van pre-corona blijft vooralsnog steken op ongeveer 82%. Dat blijkt uit de halfjaarcijfers van NS over 2022. Positieve uitzondering is de internationale reiziger. Reislust en de aandacht voor duurzaamheid zorgen ervoor dat die de trein weer volledig omarmd heeft en dat de reizigersaantallen sinds april al weer boven het niveau van 2019 zijn. 

Door een tekort aan collega’s als gevolg van de krappe arbeidsmarkt en hoger ziekteverzuim stond - net als in veel andere sectoren - de dienstverlening onder druk en was NS helaas genoodzaakt om ritten te schrappen. In juni betrof dit ongeveer 6% van de treinen in vergelijking met de dienstregeling. NS nam tal van maatregelen om de werving verder te intensiveren en het schrappen van treinen te voorkomen. Toch gaat NS de dienstregeling voor dit najaar verder aanpassen, zodat deze beter uitvoerbaar is rekening houdend met het verwachte personeelstekort. NS verwacht richting einde van het jaar ongeveer 10% minder treinen ten opzichte van 2019 te gaan rijden. Gezien de lagere reizigersaantallen is de impact hiervan op de zitplaatskans naar verwachting nu te overzien. Ook kan NS hiermee vooruitlopen op nieuwe reispatronen die sinds corona zijn ontstaan. In 2023 kan dit percentage verder oplopen naar 13% tot 15% minder treinen in vergelijking met 2019, vooral als werving van nieuwe collega’s achterblijft bij de verwachte uitstroom en als maatregelen onvoldoende effect opleveren. Bij de aanpassingen houdt NS zo veel mogelijk rekening met de nieuwe reispatronen en de lagere verwachte reizigersaantallen vergeleken met 2019. Ook al zet NS hiermee in op voorspelbaarheid en betrouwbaarheid van de dienstregeling, de reiziger zal hier hinder van ondervinden. 

Groenewegen: uiterste van onze collega’s gevraagd, we willen hen weer meer ruimte geven 
Bert Groenewegen, waarnemend president-directeur NS: “We willen de reiziger zo goed mogelijk bedienen en duurzame bereikbaarheid mogelijk maken. De oorspronkelijke dienstregeling voor 2023 is nog gebaseerd op de verwachte forse reizigersgroei uit 2019. De wereld ziet er nu echt anders uit. Onze collega’s doen het uiterste om de reiziger van dienst te zijn en we hebben veel van onze mensen gevraagd, eerst als gevolg van het werken tijdens de corona maatregelen en de laatste maanden met een grote werkdruk als gevolg van het tekort aan personeel. We zien dat we onze huidige dienstverlening met het tekort aan collega’s niet volledig kunnen waarmaken. Dat zorgt voor uitval van treinen, teleurstellingen bij reizigers en een te hoge werkdruk voor onze collega’s. We kijken naar manieren om onze collega’s weer meer ruimte te geven om weer op een normale manier hun werk te kunnen doen. Daarvoor is een aanpassing van de dienstregeling noodzakelijk.” Groenewegen vervolgt: “We nemen tal van maatregelen en daarvan zien we de eerste resultaten. Toch zijn de vooruitzichten nog steeds niet goed door de krappe arbeidsmarkt, in combinatie met een groot aantal collega’s dat de komende tijd met pensioen gaat”. 

Ook financieel is het doorzetten van de oorspronkelijke dienstregeling op lange termijn niet verantwoord. In de eerste helft van het jaar ontving NS € 226 miljoen beschikbaarheidsvergoeding om de dienstregeling – ondanks minder reizigers als gevolg van de corona-maatregelen - op peil te houden. De regeling voor de beschikbaarheidsvergoeding eindigt einde dit jaar. Groenewegen: “2019 was een recordjaar. In plaats van de verwachte groei, ontvangen we nu veel minder reizigers en zien we een ander reispatroon dan daarvoor. Daar bereiden we ons op voor. De komende jaren willen we een nieuw evenwicht creëren waarbij de dienstregeling beter aansluit op de nieuwe reispatronen. Dat zorgt ervoor dat reizigers een dienstverlening krijgen waar zij op kunnen rekenen. Zo ontstaat een nieuwe basis waar we weer op voort kunnen bouwen naar de toekomst.” 

Veranderend reisgedrag 
De eerste helft van het jaar laat een veranderend reispatroon zien. Vooral forensen reizen minder met de trein, zo blijkt uit het feit dat de reizigersaantallen vooral op de weekdagen lager uitvallen. In vergelijking met pre-coronajaar 2019 reisde in de ochtendspits in juni 71% van de reizigers met de trein. Dat was ook te merken aan de zitplaatskans: 98,5% van de reizigers had in de spits een zitplaats (2019: 95%). Dagjesmensen hebben de trein voor een groot deel teruggevonden. In vergelijking met 2019 was 98% van de reizigers in de weekenden weer terug. In de woensdag- en vrijdagochtend spits is het daarentegen erg rustig in de trein. 93,3% van de treinreizigers kwam op tijd bij de eindbestemming aan (2019: 92,9%). Veel reizigers blijven tevreden over de stations: Reizigers waardeerden de stations gemiddeld met een 7,3. 

Onderliggend financieel resultaat nog niet in balans 
Na opnieuw een moeilijke eerste helft van het jaar lijkt het zwaartepunt van de coronacrisis financieel gezien achter ons te liggen. Wel nemen de onzekerheden toe. Zonder overheidssteun en andere bijzondere posten komt NS in de eerste helft van 2022 uit op een negatief onderliggend bedrijfsresultaat van € 225 miljoen (2021: € 611 miljoen negatief), inclusief het eerste kwartaal waar vanwege de coronamaatregelen de reizigersaantallen bleven steken vergeleken met 2019. Van de € 226 miljoen beschikbaarheidsvergoeding die NS gedurende de eerste 6 maanden ontving, heeft € 195 miljoen betrekking op het eerste kwartaal. In 2020 boekte NS een bijzondere waardevermindering op het hoofdrailnet in ter waarde van € 1.562 miljoen. Hierdoor kon NS een bedrag van € 75 miljoen minder afschrijven in vergelijking met de situatie van voor deze bijzondere waardevermindering. Alleen door overheidssteun in Nederland en door de € 75 miljoen lagere afschrijvingen, boekt NS een positief bedrijfsresultaat van € 78 miljoen (eerste helft 2021: € 56 miljoen). Dit onderstreept dat de financiële urgentie bij NS hoog blijft. 

Financiën 
De omzet van NS over de eerste helft van het jaar daalde naar € 1.554 miljoen (2021: € 1.792 miljoen). Dit is exclusief de omzet van Abellio UK, omdat Abellio UK verantwoord is als “activiteiten aangehouden voor verkoop”. De daling wordt voornamelijk veroorzaakt door de herstructurering van de organisatie in Duitsland en de beëindiging van de activiteiten in Noordrijn-Westfalen en Baden-Württemberg. In Nederland kwamen de opbrengsten uit stations- en reizigersactiviteiten uit op € 1.517 miljoen (2021: € 1.414 miljoen). Hierin is de beschikbaarheidsvergoeding van het Rijk van € 226 miljoen (2021: € 595 miljoen) meegenomen. Voor de activiteiten op de stations heeft NS voor de eerste helft van het jaar een tegemoetkoming in de loonkosten van € 4 miljoen verantwoord (2021: € 15 miljoen). Zonder deze vergoedingen zouden de activiteiten in Nederland onder de huidige omstandigheden opnieuw verlieslatend zijn: - € 223 miljoen ( 2021: € 589 miljoen negatief). 

Abellio 
In 2018 wijzigde NS de buitenlandstrategie met Abellio, waar Abellio UK en Abellio Duitsland onder vallen. Kort gezegd moeten de buitenlandactiviteiten sindsdien bijdragen aan het belang van de Nederlandse reiziger. 
Abellio UK was sinds de gewijzigde buitenlandstrategie voor NS niet meer van strategisch belang. 
In overeenstemming met die strategie heeft NS toegewerkt naar een vertrek uit de Britse markt, wat in eerste instantie tijd kostte door de onzekere Britse spoormarkt en vanwege de hoge garanties die NS hier heeft uitstaan (€ 0.5 miljard). Inmiddels zijn er fundamentele wijzigingen in het spoorsysteem van het Verenigd Koninkrijk doorgevoerd, waarmee de Britse spoorsector in stabieler vaarwater is beland. NS heeft goedkeuring ontvangen van haar aandeelhouder het Ministerie van Financiën voor de verkoop van de Britse activiteiten (dochter Abellio Transport Group Ltd en haar dochterentiteiten). Per 31 mei 2022 zijn Abellio Transport Group Ltd en haar dochterentiteiten opgenomen als “activiteiten aangehouden voor verkoop”. De verwachting is dat in de tweede helft van 2022 de activiteiten worden overgedragen aan het huidige management van Abellio UK via een management buy out (MBO). De overdracht is onder voorbehoud van goedkeuring door externe instanties. De resultaten over 2022 zijn derhalve verantwoord als resultaten uit beëindigde bedrijfsactiviteiten, waarbij de resultaten voor NS over 2021 aangepast zijn zodat deze vergelijkbaar zijn. Zonder de boekhoudkundig gevolgen van de verantwoording als “activiteiten aangehouden voor verkoop” heeft Abellio UK een resultaat uit bedrijfsactiviteiten gerealiseerd van € 40 miljoen inclusief een bijzondere bate van € 21 miljoen als gevolg van de vrijval van een voorziening. De activiteiten van ScotRail zijn per 31 maart 2022 beëindigd en overgedragen aan een publieke entiteit die eigendom is van de Schotse overheid. 

In Duitsland heeft NS Dochter Abellio Duitsland de herstructurering afgerond. In 2022 is wederom zeggenschap verkregen over PtS GmbH (per 1 februari 2022) en WestfalenBahn GmbH in Nedersaksen (per 1 maart 2022). Deze entiteiten zijn vanaf dat moment weer in de consolidatie opgenomen. De zeggenschap over Abellio Rail Mitteldeutschland GmbH is per 1 juli weer verkregen en zal vanaf deze datum weer mee worden geconsolideerd. De garanties die in 2021 waren voorzien in verband met de onzekerheden als gevolg van de insolventieprocedure voor deze entiteiten ter hoogte van € 77 miljoen zijn per 30 juni 2022 vrijgevallen. Deze vrijval is verantwoord onder het netto financieringsresultaat. De activiteiten in Noordrijn-Westfalen en Baden-Württemberg zijn in januari beëindigd en overgedragen aan door de opdrachtgevers aangewezen operators omdat met de opdrachtgevers niet tot overeenstemming kon worden gekomen over extra vergoeding voor de uitvoering van de concessies. De Duitse houdstermaatschappij Abellio GmbH blijft in de insolventieprocedure. De juridische afronding van deze procedures kan nog een aanzienlijke tijd vergen. Het karakter en de uitkomst van een insolventieprocedure zijn onvoorspelbaar. Daarmee kunnen bedrijfsresultaten en kasstromen in toekomstige jaren als gevolg van een ongunstige uitkomst worden beïnvloed ten opzichte van de huidige inschattingen die zijn gemaakt. 

Nettoresultaat 
Het nettoresultaat van NS voor het eerste half jaar is uitgekomen op € 188 miljoen (2021: € 25 miljoen negatief). Dit nettoresultaat is mede het gevolg van de correctie van € 75 miljoen lagere afschrijvingen vanwege de bijzondere waardevermindering, die is verantwoord in 2020, de vrijval van de voorziene garanties in Duitsland ter hoogte van € 77 miljoen en het stopzetten van de afschrijvingen vanaf de maand juni voor Abellio UK ter hoogte van € 22 miljoen als gevolg van het besluit om de activiteiten af te stoten. 

Ontwikkelingen en de betaalbaarheid van het treinkaartje 
NS ziet voor de korte en lange termijn het aantal onzekerheden toenemen. Allereerst blijven de reizigersprognoses nog onzeker nu de eerste voorzichtige reizigersgroei na de coronamaatregelen afvlakt en thuiswerken meer een onderdeel van dagelijkse levensstijl lijkt. 
Ten tweede zorgt de aanblijvende inflatie ervoor dat de kosten voor NS oplopen, die niet volledig doorberekend zijn in de prijs van een treinkaartje. NS berekent immers alleen de vooraf verwachte inflatie door in de prijs van een treinkaartje, maar corrigeert dit achteraf niet voor de daadwerkelijke inflatie. Doordat de daadwerkelijke inflatie aanzienlijk hoger uit blijkt te vallen dan de verwachting, is voor NS sinds 2021 een “indexatie-gat“ ontstaan van ruim 5%. Het niet doorvoeren van dit indexatie-gat in de prijs van het treinkaartje draagt bij aan het betaalbaar houden van het treinkaartje 

Tot slot kunnen de hoge energieprijzen op lange termijn impact hebben op de kostenontwikkelingen bij NS. In het huidige energiecontract voor tractie-energie (energie voor het rijden van treinen) is de prijs een aantal jaren geleden vastgelegd tot en met 2024. Daarmee heeft NS tot nu toe een sterke kostenstijging van tractie-energie weten te voorkomen. Als NS op dit moment die energie tot en met 2024 opnieuw had moeten inkopen, was NS ruim € 1 miljard meer kwijt geweest. In combinatie met kostenbesparingen die NS vanaf 2019 realiseert draagt dit bij aan het zo goed mogelijk betaalbaar houden van de prijs van een treinkaartje. 
De Europese Commissie heeft het voor de lidstaten mogelijk gemaakt om het btw-tarief voor het openbaar vervoer naar 0% te verlagen. Diverse lidstaten hebben hier al gebruik van gemaakt. NS ziet hierin een kans om het ov een volwaardig alternatief te laten blijven naast de auto en het vliegtuig. Zeker omdat vliegtickets niet met btw belast worden. Het 0%-tarief draagt daarmee bij aan de betaalbaarheid van het treinkaartje. Dit is in het belang van de duurzame bereikbaarheid van Nederland, zowel in het binnenland als over de grens.