Utrecht,
07
september
2023
|
10:00
Europe/Brussels

5 duurzame dilemma’s bij een van de grootste energiecontracten van Nederland

In een turbulente en onzekere tijd voor de energiemarkt sluit NS een van de grootste energiecontracten van Nederland af. 

Tjalling Smit, lid Raad van Bestuur NS verantwoordelijk voor het energiecontract

Het is moeilijk om voor langere tijd een leverancier te vinden die helpt onze duurzame ambities te verwezenlijken

Tjalling Smit, lid Raad van Bestuur NS verantwoordelijk voor het energiecontract

Dilemma: een zo goed en langlopend mogelijk contract in een turbulente markt 

“We zaten bij de start van de aanbesteding midden in een energiecrisis en de geopolitieke verhoudingen staan meer op scherp door de oorlog in de Oekraïne. De energiemarkt is erg volatiel geworden. Door de turbulente omstandigheden wisten we niet goed wat we nog hetzelfde konden vragen van aanbieders als in het huidige contract. Welke looptijden willen ze aangaan? Welke risico’s willen aanbieders nog nemen? Zij moeten immers een onvoorspelbare markt op om energie voor ons in te kopen. Het was dus onduidelijk wat potentiële aanbieders konden leveren tegen welke prijs en tegen welk risico.  

Uit de marktverkenning bleek dat aanbieders meer risico’s bij de afnemers, de verbruikers, wilden leggen. In het huidige contract met Eneco werken we bijvoorbeeld met een bandbreedte van een grotere of kleinere energie-afname op jaarbasis, waarbij een deel van het prijsrisico bij de leverancier ligt. Omdat prijzen zo fluctueren gedurende jaar, maand en dag, willen leveranciers zo’n bandbreedte-risico niet meer op jaarbasis aangaan. Ook het afsluiten van langdurige contracten bleek in deze turbulente markt nauwelijks mogelijk. Nu vindt NS dat uiteindelijk niet erg: om onze ambities te verwezenlijken willen we immers een zelfstandig contract in plaats van één met de hele spoorsector. We zien dit nieuwe, kortlopende contract dan ook als een overgangscontract.”  

Dilemma: hoe duurzaam is duurzame energie 

“In het huidige contract met Eneco zijn we op jaarbasis klimaatneutraal door middel van certificaten. Dat betekent dat op momenten dat er onvoldoende windenergie, fossiele energie ingezet wordt die we later compenseren. In het nieuwe contract hebben we niet alleen certificaten van wind- maar ook van zonne-energie uitgevraagd. Daardoor kunnen we uit meer bronnen putten dan in het huidige contract en verwachten we op minder momenten afhankelijk te zijn van fossiele energie. Ook met die mix redden we het niet: de markt kan nog niet op alle momenten voldoende duurzame energie leveren om treinen te rijden. Het waait immers niet altijd of de zon schijnt niet.  

We verwachten dat de technologische mogelijkheden op het gebied van energieopwekking en -opslag de komende jaren fors toenemen. NS bereidt zich voor om na 2027 minder afhankelijk te zijn van fossiele energie, ook als er geen duurzaam opgewekte energie beschikbaar is. Denk daarbij aan mogelijkheden op het gebied van opslagcapaciteit en het zogenaamde uurmatching (zogeheten gelijktijdigheid), waarbij het moment van het opwekken en het gebruik dichter bij elkaar liggen. Het zal een optelsom van onder meer windmolens, zonnepanelen en opslag zijn.” 

Dilemma: hoe ambitieus is dit contract op het gebied van groen? 

“Toen we als VIVENS ons huidige contract afsloten, gaf de afnamegarantie Eneco zoveel zekerheid dat ze konden investeren in de aanleg van windparken waardoor treinen voor 100% op windenergie kunnen rijden. Zo gaven we als spoorsector een enorme impuls aan de verduurzaming van de energiesector. Inmiddels is zo’n impuls niet meer doorslaggevend om de aanleg van windparken en zonnepanelen van de grond te krijgen. In de huidige volatiele energiemarkt bleek de ambitie van dit overgangscontract het best haalbare. Op jaarbasis blijft de trein klimaatneutraal, net zoals in het huidige contract. Tegelijk starten we met stappen naar nieuwe ambities voor het contract dat we in 2027 gaan aanbesteden. 

NS is ambitieus als het gaat om haar energieverbruik en stelt strenge eisen aan haar leveranciers. PZEM en Shell voldoen aan die strenge eisen. Ik kan me voorstellen dat niet iedereen direct de associatie duurzaamheid heeft bij Shell. Ik kan weinig zeggen over het algemene duurzaamheidsniveau van Shell maar de groene certificaten die wij van hen afnemen voldoen aan alle externe (wettelijke) eisen én aan de eisen van NS. En wellicht helpt deze nieuwe samenwerking Shell om ervaring op te doen die ze vervolgens ook elders toe kan passen”.  

Dilemma: een zelfstandig contract versus een contract voor de hele sector 

“NS wilde het liefst zelfstandig een nieuw contract afsluiten: 85% van de totale omvang van het contract betreft namelijk energie voor NS. Daarnaast hebben we een ambitieuze duurzaamheidsagenda die we makkelijker alleen dan met andere partijen en bijbehorende compromissen kunnen verwezenlijken. Niet elke spoorpartij heeft immers dezelfde belangen en wensen. Zo heeft NS een relatief voorspelbare dienstregeling en zijn we gebaat bij langdurige zekerheid over de energieprijs. Goederenvervoerders daarentegen weten vaak pas kort van tevoren hoeveel ze gaan rijden en willen daarom liever een actuele energieprijs.  

Helaas bleek een zelfstandig contract per 2025 niet haalbaar: het is technisch nog niet mogelijk te bepalen hoeveel elke vervoerder exact gebruikt. VIVENS berekent dat achteraf bij benadering. In de toekomst kan dat wel en heeft zelfs elke trein een eigen meter. Dan kan NS een zelfstandig contract afsluiten. Toch hebben we binnen VIVENS goed gezamenlijk de eisen van de aanbesteding kunnen opstellen.” 

Dilemma: duurzame energie uit Nederland of ook daarbuiten 

“We zijn de Nederlandse Spoorwegen dus hoe mooi zou het zijn als al onze duurzame energie ook in Nederland wordt opgewekt. Dat konden we helaas niet uitvragen. Gezien de grootte van het contract zijn we verplicht Europees aan te besteden en daaruit vloeit voort dat de energie ook uit heel Europa kan komen.”