Utrecht,
14
augustus
2023
|
16:02
Europe/Brussels

Duurzame treinreis in Nederland tot en met 2033 gewaarborgd

NS heeft een voorlopige overeenkomst gesloten met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) over de invulling van het nationale spoor in de zogenoemde Hoofdrailnetconcessie. Met deze overeenkomst is een duurzame treinreis in Nederland tot en met 2033 gewaarborgd.

In deze ontwerpconcessie zijn afspraken gemaakt over de manier waarop NS bijdraagt aan de bereikbaarheid van Nederland. Onderdeel daarvan zijn meer en snellere verbindingen naar streek en stad, variabele tarieven en financiële afspraken. Staatssecretaris Vivianne Heijnen (IenW) heeft de ontwerpconcessie maandag naar de Tweede Kamer gestuurd.

Goed openbaar vervoer maakt van Nederland een beter land. Reizigers verdienen een duurzame en zekere treinreis die voor lange tijd fatsoenlijk geregeld is. Hoewel hoge inflatie en structureel ander reisgedrag grote uitdagingen blijven, krijgen we dat met deze afspraken voor elkaar. Hierdoor kunnen regio en stad de komende jaren van de trein op aan.

Wouter Koolmees, president-directeur van NS

Kwalitatief goede treinreis
De afspraken in de ontwerpconcessie regelen voor de reiziger een sterk en samenhangend netwerk van hoogfrequente verbindingen. Al in 2024 wordt de dienstregeling uitgebreid. Daarbovenop zal NS vanaf 2025 toegroeien naar 6 keer per uur een Intercity-Direct over de hogesnelheidslijn tussen Schiphol en Rotterdam, 6 keer per uur een Intercity tussen Haarlem en Amsterdam, 6 keer per uur een Sprinter tussen Hilversum en Utrecht en elke 10 minuten een Sprinter tussen Rotterdam en Den Haag.

Tussen de Randstad en Deventer gaat NS meer treinen rijden. Noord-Nederland wordt sneller met de randstad verbonden door sneller rijdende HSL-intercity’s door te rijden naar Groningen en Leeuwarden. Ook opent NS een nieuw station op de lijn Leeuwarden-Zwolle: Leeuwarden Werpsterhoeke.

Daarnaast start NS in deze concessieperiode onder meer met de AirportSprinter (elke 7,5 minuut een Sprinter tussen Schiphol en Amsterdam CS), elk kwartier een Intercity tussen Eindhoven en Breda, 8 keer per uur een Intercity tussen Schiphol en Almere en ieder kwartier een Sprinter tussen Tilburg en Breda. 

NS en het Belgische NMBS verdubbelen het aantal dagelijkse Intercitytreinen tussen Nederland en Brussel van 16 naar 32. In de dienstregeling van 2025 komt er een nieuwe, snelle verbinding waarmee reizigers zo’n 45 minuten sneller reizen tussen Amsterdam en Brussel.

Mogelijk betalen naar traject en tijdstip 
In de ontwerpconcessie is vastgelegd dat NS voorstellen kan doen voor een nieuw tariefstelsel waarmee in principe rustige treinen veel goedkoper worden en drukke treinen duurder. Voor zo’n tariefstelsel zal NS de prijs van een treinkaartje mogen bepalen op basis van tijdstip, afstand, drukte, reisklasse, snelheid en kwaliteit van een verbinding, waarbij het uitgangspunt is dat het gemiddelde tarief daalt. NS verdient hier niet op. Het doel is het spreiden van reizigers om de maatschappelijke kosten van de spits te beperken. De prijsverlaging voor verreweg de grootste groep reizigers maakt het openbaar vervoer aantrekkelijker. NS werkt een voorstel uit en zal dat toelichten aan de Tweede Kamer. Invoering kan alleen na zorgvuldige consultatie bij consumentenorganisaties, regionale vervoerders en andere concessieverleners.

Financiële afspraken 
Het ministerie en NS zijn het erover eens dat de trein voor iedereen betaalbaar moet blijven. De concessie is sinds corona echter geen rendabel contract meer. Daarom heeft het ministerie besloten NS niet langer een concessievergoeding in rekening te brengen – momenteel 86 miljoen euro per jaar – maar vanaf 2025 jaarlijks een subsidie te verlenen van 13 miljoen euro. De heffing die NS betaalt voor het gebruik van het spoor – jaarlijks zo’n 250 miljoen euro – en de heffing voor de Hogesnelheidslijn (ruim 90 miljoen) blijven bestaan. Het ministerie van Financiën is als aandeelhouder van NS akkoord met een lager rendement.

De afgelopen jaren heeft NS niet de volledige inflatie doorberekend. Hierdoor is de prijs van een treinkaartje veel minder hard gestegen dan het algemeen prijspeil. NS zal dat gat niet dichten. Wel krijgt NS toestemming tweemaal een incidentele verhoging van 3,5 procent door te voeren. NS draagt haar steentje bij en zal tientallen miljoenen per jaar in de eigen bedrijfsvoering moeten vinden, zonder dat de operatie daarbij geraakt wordt. De Centrale Ondernemingsraad (COR) van NS is hierbij nauw betrokken en heeft een adviserende rol.