12
juli
2012
|
00:00
Europe/Brussels

Reactie NS op het rapport Decentralisatie

NS herkent zich in conclusies decentralisatieonderzoek:
“Decentralisatie kost de belastingbetaler geld en levert de reiziger niets
nieuws”

Onafhankelijk onderzoek van Eric Janse de Jonge, onafhankelijk voorzitter
beoordeling het nieuwe spoorplan (FMN), ontraadt samenloop van stoptreinen met
Intercity´s op hetzelfde traject.  Aangetoond wordt dat de reiziger er bij
decentralisatie niet op vooruit gaat, en dat dit extra kosten met zich meebrengt
voor de landelijke en provinciale belastingbetaler. Uit het rapport komt naar
voren dat van de 5 regionetten en 11 onderzochte lijnen nul regionetten en twee
lijnen over zijn. Decentralisatie blijkt te duur en te complex.

NS is steeds tegenstander geweest van concurrentie op het spoor. Reizigers 
krijgen te maken met verschillende tarieven, extra opstapkosten bij overstap
naar andere vervoerders en een minder goed aansluitende dienstregeling. In geval
van een verstoring moet een externe ‘scheidsrechter’ bepalen welke vervoerder
als eerste weer mag gaan rijden en welke reizigers dus noodgedwongen moeten
wachten.


  • Opvallende conclusie is dat de provincie Limburg, waarvan minister Schultz
    van Haegen eerder adviseerde lijnen wél te decentraliseren, geld zal moeten
    toeleggen om tot daadwerkelijke decentralisatie te komen.

  • Ook blijkt uit de financiële analyse hoeveel bussen (met naam en toenaam
    genoemd) FMN overal in het land moet gaan schrappen om treinvervoer mogelijk te
    maken.

  • Eric Janse de Jonge stelt dat tariefharmonisatie een harde conditie is voor
    elke decentralisatie, terwijl regionale vervoerders hier tegenstander van zijn.

  • Van de overgebleven twee lijnen zit het traject Enschede-Zwolle al in een
    aanbestedingsprocedure.

  • Decentralisatie van de lijn Groningen-Zwolle brengt forse financiële
    risico’s met zich mee die gedragen moeten worden door de provincies Groningen,
    Drenthe en Overijssel, zo blijkt uit het rapport. Ook werpt de onderzoeker een
    serie praktische en financiële problemen op die eerst moeten worden opgelost:
    concessie data gaan op verschillende momenten in, ProRail geeft aan dat er
    infrastructurele beperkingen zijn, FMN schat de reizigersgroei op dit traject te
    hoog in, en NS overlegt al met regio over uitbreiding van de frequentie.

Besluitvorming hierover dient overigens nog plaats te vinden. Dit najaar zal
de Tweede Kamer over dit rapport in discussie gaan.